Praat met het slachtoffer

Kun je een moment alleen zijn met degene om wie je je zorgen maakt? Dan is een praatje maken een goed idee. Zo kom je erachter of dat wat je gehoord of gezien hebt klopt, en of er iets is dat jij kunt doen om te helpen. Laat merken dat je geïnteresseerd bent in hoe het met hem of haar gaat. Zo weet het slachtoffer dat hij of zij niet alleen is. Stel daarna voorzichtig een open vraag over dat waar je je zorgen om maakt. Hoe je zo’n gesprek aanpakt, lees en zie je hieronder.

Hoe praat je met iemand om wie je je zorgen maakt?

VOICE-OVER: Je zorgen maken om een ander is niet fijn.
Helemaal niet als die zorgen gaan over huiselijk geweld.
Gelukkig is er altijd iets dat je kunt doen.
Je kunt bijvoorbeeld praten met de persoon om wie je je zorgen maakt.
Hoe je dat doet, laten we je in deze video zien met vijf tips.

(Twee vrouwen praten met elkaar.)

Als eerste knoop je een gesprek aan over iets luchtigs zodat de ander zich op z'n gemak voelt.
Een tweede tip: Stel open vragen over wat je is opgevallen zodat de ander zelf kan vertellen.

(Beeldtekst: Niet: Je arm is helemaal blauw. Je bent zeker van de fiets gevallen? Wel: Ik zag dat je een blauwe plek had op je arm, wat is er gebeurd? Hoe kom je aan die blauwe plek?)

RUSTIGE MUZIEK

Gebruik het woord 'mishandeling' niet.

(Beeldtekst: Niet: Moest je laatst huilen doordat het thuis niet goed gaat? Wel: Hoe gaat het thuis eigenlijk? Het viel me op dat je laatst wat verdrietig keek.)

DE RUSTIGE MUZIEK SPEELT VERDER

Drie: Oordelen helpt niet. Mensen zijn erg loyaal naar hun familie en vrienden.
Probeer daarom niet negatief over hen te praten ook niet als je zelf boos wordt van wat je hoort.
Richt je op de persoon voor je en vraag door.
Vier: Blijf kalm als de ander tijdens het gesprek erg emotioneel wordt.
Probeer hem of haar dan even af te leiden, bijvoorbeeld met een praktische vraag.
Tip vijf: Doe geen beloftes die je niet kunt houden.
Hoor je iets dat niet goed is, beloof dan niet dat je iets geheimhoudt maar vraag of je de ander mag helpen.

(Beeldtekst: Vind je het goed als ik Veilig Thuis eens bel? Misschien hebben zij advies.)

Geweld hoort nergens thuis.
Wil je weten wat je nog meer kunt doen bij vermoedens van huiselijk geweld?
Kijk op ikvermoedhuiselijkgeweld.nl.

Zo voer je een goed gesprek met een slachtoffer van huiselijk geweld

  • Begin luchtig
    Zodat de ander zich op zijn of haar gemak voelt.
  • Stel open vragen
    Laat de ander zelf vertellen wat er aan de hand is.
  • Oordeel niet
    Probeer je in de ander te verplaatsen en praat niet negatief over de partner.
  • Blijf kalm
    Praat even over iets anders als de ander te emotioneel wordt.
  • Beloof niets
    Maar vraag of je de ander mag helpen.
  • Vraag er later nog eens naar
    En geef aan dat de ander er altijd met je over mag praten. Soms is één gesprek niet genoeg.

Met deze voorbeeldzinnen kun je praten over wat je zag of hoorde

  • Wees begripvol en warm: “Hoe voel je je de laatste tijd?”
  • Benoem wat je ziet: “Ik heb je al een tijdje niet gezien… is er misschien iets aan de hand?”
  • Geef het voordeel van de twijfel: “Ik weet het niet zeker, maar het lijkt wel of…”
  • Respecteer de relatie: “Ik wil alleen dat het geweld stopt…”
  • Laat zien dat je er voor hem of haar bent: “Zal ik over een tijdje nog eens langskomen om te kijken of het beter gaat?”
  • Bied praktische hulp: “Zal ik anders de kinderen een keer van school halen?”
  • Vraag naar de toekomst: “Wat zou je willen dat er beter of anders wordt?”
  • Wees geduldig: “Ik vond het fijn je te spreken. Zullen we nog een keer afspreken?"
  • Sluit luchtig af: "Wat zijn je plannen voor het weekend?"

Begin met kleine stapjes

Mensen die mishandeld worden schamen zich vaak voor hun situatie. Niemand vindt het fijn om als slachtoffer gezien te worden. De kans is daarom groot dat je niet meteen na één gesprek weet of je zorgen terecht zijn. Soms heb je meerdere gesprekken nodig om het vertrouwen te winnen, zodat iemand durft te vertellen wat er echt aan de hand is. Wees dus geduldig en probeer na een tijdje nog eens een gesprek aan te knopen.

Geef aan dat je deur altijd openstaat en bijvoorbeeld dat de kinderen altijd bij jou terecht kunnen. Je kunt de persoon niet uit de situatie halen, maar je kunt wel iemand helpen om hulp te zoeken, als hij of zij eraan toe is. 

Kom je hiermee niet verder?

Kijk met wie je nog meer kunt praten, bijvoorbeeld met anderen of de pleger.